Difference between revisions of "NL/Documentation/BASIC Guide/Properties and Methods (API)"

From Apache OpenOffice Wiki
Jump to: navigation, search
(Methods)
 
Line 16: Line 16:
 
De eigenschappen worden ingesteld door middel van een eenvoudige toewijzing:
 
De eigenschappen worden ingesteld door middel van een eenvoudige toewijzing:
  
<source lang="oobas">
+
<syntaxhighlight lang="oobas">
Document.Title = "OpenOffice.org BASIC Programmeursgids"
+
Document.Title = "Apache OpenOffice BASIC Programmeursgids"
 
Document.Filename = "basgids.odt"
 
Document.Filename = "basgids.odt"
</source>
+
</syntaxhighlight>
  
 
Een eigenschap, net zoals een variabele, heeft een type dat definieert welke waarde het kan opnemen. De vorengenoemde eigenschappen <tt>Filename</tt> en <tt>Title</tt> zijn van het type tekenreeks (String).
 
Een eigenschap, net zoals een variabele, heeft een type dat definieert welke waarde het kan opnemen. De vorengenoemde eigenschappen <tt>Filename</tt> en <tt>Title</tt> zijn van het type tekenreeks (String).
Line 26: Line 26:
 
=== Echte eigenschappen en geïmiteerde eigenschappen ===
 
=== Echte eigenschappen en geïmiteerde eigenschappen ===
  
De meeste van de eigenschappen van een object in {{OOo}} BASIC  zijn als zodanig gedefinieerd in de beschrijving van de service in UNO. In aanvulling op deze "echte" eigenschappen, zijn er ook eigenschappen in {{OOo}} BASIC die bestaan uit twee methoden op het niveau van UNO. Eén van deze wordt gebruikt om de waarde van de eigenschap te bevragen en de andere wordt gebruikt om die in te stellen (methoden <tt>get</tt> en <tt>set</tt>). De eigenschap wordt virtueel geïmiteerd vanuit deze twee methoden. Bijvoorbeeld: objecten van tekens in UNO verschaffen de methoden <tt>getPosition</tt> en <tt>setPosition</tt> waardoor het geassocieerde sleutelpunt kan worden aangeroepen en gewijzigd. De programmeur van {{OOo}} BASIC  kan de waarden benaderen via de eigenschap <tt>Position</tt>. Los hiervan zijn de originele methoden ook beschikbaar (in ons voorbeeld: <tt>getPosition</tt> en <tt>setPosition</tt>).
+
De meeste van de eigenschappen van een object in {{AOo}} BASIC  zijn als zodanig gedefinieerd in de beschrijving van de service in UNO. In aanvulling op deze "echte" eigenschappen, zijn er ook eigenschappen in {{AOo}} BASIC die bestaan uit twee methoden op het niveau van UNO. Eén van deze wordt gebruikt om de waarde van de eigenschap te bevragen en de andere wordt gebruikt om die in te stellen (methoden <tt>get</tt> en <tt>set</tt>). De eigenschap wordt virtueel geïmiteerd vanuit deze twee methoden. Bijvoorbeeld: objecten van tekens in UNO verschaffen de methoden <tt>getPosition</tt> en <tt>setPosition</tt> waardoor het geassocieerde sleutelpunt kan worden aangeroepen en gewijzigd. De programmeur van {{AOo}} BASIC  kan de waarden benaderen via de eigenschap <tt>Position</tt>. Los hiervan zijn de originele methoden ook beschikbaar (in ons voorbeeld: <tt>getPosition</tt> en <tt>setPosition</tt>).
  
 
== Methoden ==
 
== Methoden ==
Line 32: Line 32:
 
Methoden moeten worden gezien als functies die direct relateren tot een object en waardoor dit object wordt aangeroepen. Het voorgaande object <tt>Document</tt> zou bijvoorbeeld een methode <tt>Save</tt> kunnen verschaffen, die als volgt kan worden aangeroepen:
 
Methoden moeten worden gezien als functies die direct relateren tot een object en waardoor dit object wordt aangeroepen. Het voorgaande object <tt>Document</tt> zou bijvoorbeeld een methode <tt>Save</tt> kunnen verschaffen, die als volgt kan worden aangeroepen:
  
<source lang="oobas">
+
<syntaxhighlight lang="oobas">
 
Document.Save()
 
Document.Save()
</source>
+
</syntaxhighlight>
  
 
Methoden, net als functies, mogen parameters en terugkeerwaarden bevatten. De syntaxis van dergelijke aanroepen voor methoden is georiënteerd op de klassieke functies. De volgende aanroep specificeert ook de parameter <tt>True</tt> voor het object Document bij het bevragen van de methode Save.
 
Methoden, net als functies, mogen parameters en terugkeerwaarden bevatten. De syntaxis van dergelijke aanroepen voor methoden is georiënteerd op de klassieke functies. De volgende aanroep specificeert ook de parameter <tt>True</tt> voor het object Document bij het bevragen van de methode Save.
  
<source lang="oobas">
+
<syntaxhighlight lang="oobas">
 
OK = Document.Save(True)
 
OK = Document.Save(True)
</source>
+
</syntaxhighlight>
  
 
Als deze methode is voltooid, geeft <tt>Save</tt> een terugkeerwaarde weer in de variabele <tt>OK</tt>.
 
Als deze methode is voltooid, geeft <tt>Save</tt> een terugkeerwaarde weer in de variabele <tt>OK</tt>.

Latest revision as of 16:08, 9 February 2021

Book.png

Een object in Apache OpenOffice BASIC verschaft een scala aan eigenschappen en methoden die kunnen worden aangeroepen door middel van het object.

Eigenschappen

Eigenschappen zijn als de eigenschappen van een object; bijvoorbeeld: Filename en Title voor een object Document.

De eigenschappen worden ingesteld door middel van een eenvoudige toewijzing:

Document.Title = "Apache OpenOffice BASIC Programmeursgids"
Document.Filename = "basgids.odt"

Een eigenschap, net zoals een variabele, heeft een type dat definieert welke waarde het kan opnemen. De vorengenoemde eigenschappen Filename en Title zijn van het type tekenreeks (String).


Echte eigenschappen en geïmiteerde eigenschappen

De meeste van de eigenschappen van een object in Apache OpenOffice BASIC zijn als zodanig gedefinieerd in de beschrijving van de service in UNO. In aanvulling op deze "echte" eigenschappen, zijn er ook eigenschappen in Apache OpenOffice BASIC die bestaan uit twee methoden op het niveau van UNO. Eén van deze wordt gebruikt om de waarde van de eigenschap te bevragen en de andere wordt gebruikt om die in te stellen (methoden get en set). De eigenschap wordt virtueel geïmiteerd vanuit deze twee methoden. Bijvoorbeeld: objecten van tekens in UNO verschaffen de methoden getPosition en setPosition waardoor het geassocieerde sleutelpunt kan worden aangeroepen en gewijzigd. De programmeur van Apache OpenOffice BASIC kan de waarden benaderen via de eigenschap Position. Los hiervan zijn de originele methoden ook beschikbaar (in ons voorbeeld: getPosition en setPosition).

Methoden

Methoden moeten worden gezien als functies die direct relateren tot een object en waardoor dit object wordt aangeroepen. Het voorgaande object Document zou bijvoorbeeld een methode Save kunnen verschaffen, die als volgt kan worden aangeroepen:

Document.Save()

Methoden, net als functies, mogen parameters en terugkeerwaarden bevatten. De syntaxis van dergelijke aanroepen voor methoden is georiënteerd op de klassieke functies. De volgende aanroep specificeert ook de parameter True voor het object Document bij het bevragen van de methode Save.

OK = Document.Save(True)

Als deze methode is voltooid, geeft Save een terugkeerwaarde weer in de variabele OK.


Content on this page is licensed under the Public Documentation License (PDL).
Personal tools